Blog

  • Bourg-Saint-Maurice 2022

    Terwijl de kinderen op Chirokamp waren, profiteerden wij (Tine en ik) van een rustvakantie.
    We verbleven op camping Huttopia, plekje 58 tussen de bomen. Een mooie camping, maar met enkele nadelen:

    • aan de overkant van de straat is een Point.P, een groothandel in bouwmaterialen waar bouwvakkers ’s morgensvroeg hun materiaal komen halen. Persoonlijk heb ik hier geen last van gehad. Ik was om dat uur toch al wakker en mij aan het klaarmaken om te vertrekken.
    • Op minder dan 1 km ligt een waterkrachtcentrale, wat maakt dat daar verschillende hoogspanningslijnen vertrekken en eentje rakelings de camping passeert. Overdag heb je daar geen last van, maar ’s nachts hoor je het gebrom en gezoem toch duidelijk.
    • De weg langs de camping is niet héél druk, maar naar de ochtend toe zwelt het verkeer toch aan waardoor lang uitslapen niet altijd aan de orde is.

    Van de 6 geplande ritten, heb ik er eentje laten schieten en heb ik er enkele ingekort. Uiteindelijk heb ik toch 430 km gereden, goed voor 10 000 hoogtemeters.

    Warm-up

    Na een lange autorit en in een verschroeiende hitte (> 40°C) was het eerste ritje letterlijk een warm-up. Na drie kwartier klimmen vond ik het welletjes en ben ik teruggekeerd: 18 km en 480 hoogtemeters.

    Tignes 4 juli 2022

    Omdat de eerste dag een stormachtige zou worden, heb ik eerst de veiligste rit gedaan. Tignes is amper 30 km klimmen en de weg terug is een brede en drukke weg. Als het regent is dat net iets veiliger dalen dan een smal weggetje waar geen kat passeert.

    Uiteindelijk is er geen druppel regen gevallen en haspelde ik 70 km af met 1900 hoogtemeters.
    Het plan om via de de servicewegeltjes nog wat hoger te klimmen moest ik al snel opbergen. Ze waren er aan het werken en de camions reden constant op en af. De graafkranen versperden de weg. Ik ben dus slechts 300m verder dan het asfalt geraakt 😀

    Le Col de l’Iseran 5 juli 2022

    De hoogste klim bracht me tot 2789 m hoogte. Ook hier heb ik de gravel om nog hoger te raken wijselijk laten schieten. De weg was rustig, maar te steil. Bovendien startte de ‘beklimming’ met een afdaling en was het boven nogal fris. Ik had ook al 50 km klimwerk in de benen.

    In de afdaling probeerde ik eventjes 2 beloften van Lotto-Soudal (Milan Paulus en William Junior Lecerf) te volgen, maar dat was gekkenwerk voor een wanna-be zoals mezelf 😵 Tijdens diezelfde afdaling ben ik overigens ook nog een ganse Jumbo-Visma ploeg gekruist met o.a. Mike Teunissen en Edoardo Affini. Die reden heel wat sneller naar boven, maar ik heb de reden gevonden! Terwijl ik 2 kg water en 2 kg materiaal (pomp, trekkers, bommetjes, tripod, eten, …) meesleur, hebben zij gewoon een volgwagen die alles mee naar boven neemt. Ja, dan is ’t niet moeilijk hé, wink wink 😉

    Dit was wel één van de vuilste ritten van de ganse week. Ik was ZWART van het roet. Tussen Bourg-Saint-Maurice en Val-d’Isère is er nogal wat (vracht)verkeer en als je zo een tijdje achter een camion hangt, vang je blijkbaar wel wat vuiligheid op.

    Rustdag 6 juli 2022

    De afgelopen 2 jaren was ik eigenlijk al goed getraind om aan de klimweek in de Alpen te beginnen. Dit jaar was anders. Mei en juni heb ik eigenlijk heel weinig gefietst en de conditie om deze klimweek te beginnen was dus niet ideaal.

    Vandaar, een rustdag! 30 km op een relatief vlakke ‘piste cyclable’ langs de Isère en dan nog wat crossen in het bosje vlak naast de camping. Een rit van amper 28 km en 189 hoogtemeters. Ideaal om de benen wat rust te geven voor wat komen gaat.

    Col du Petit-Saint-Bernard + Colle San Carlo + Colle del Piccolo San Bernardo 7 juli 2022

    De koninginnenrit trok de Italiaanse grens over. In deze rit had ik een extra beklimming voorzien in de afdaling naar Morgex maar die vloog ik in volle vaart (met snelheden boven de 80 km/u) voorbij en had geen zin terug te keren. Achteraf gezien zou het de rit ook wat te zwaar gemaakt hebben.
    De Colle San Carlo is namelijk een beest en ik was er totaal niet op voorbereid. De hellingsgraad zakte nauwelijks onder de 10% en piekte af en toe naar 15%. Ik kwam achteraan echt een viertal tanden te kort. Bijkomend ging het kwik ook lekker tot ruim boven de 30°C. Ik hield me ook wat koest, wetende dat ik nogmaals de kleine San Bernardo over moest.

    Na 75 km en bijna 6u op de fiets, begon de tank leeg te raken. Deze situatie kende ik maar al te goed van vorig jaar in de rit naar le Cormet d’Arrêches en deze keer had ik dus wel cash mee. Gelukkig lag La Thuile wel in de bewoonde wereld en kon ik er mijn Panini gewoon betalen met bancontact.
    Na een pauze van ongeveer een half uurtje, kon ik de laatste beklimming van de dag beginnen. Hoewel de kleine Sint-Bernard langs Italiaanse kant korter is, heb ik het toch moeilijker gehad, vooral vanwege de warmte. Klimmen in 30°C is echt niet mijn ding. In’t doorgaan lag de de temperatuur op gemiddeld 10°C en da’s véél aangenamer klimmen.

    Le Col de la Chal 8 juli 2022

    Eerlijk gezegd had ik er niet zoveel zin in. Normaalgezien sta ik te popelen om een gravelcol te kunnen bedwingen. Deze week waren er wat twijfels over. De grootste reden was dat ik mijn huiswerk eigenlijk niet zo goed gemaakt had. Ik had een cassette met 32 tanden bij en had op de Colle San Carlo al gemerkt dat ik een 4-tal tanden te kort kwam.
    Nochtans had ik vorig jaar ook slechts 32 tanden achteraan, MAAR toen had ik vooraan wel een 34 gestoken. Nu peddelde ik vooraan rond met een 39. Op een zware lange klim, trap ik met een 39/32 net iets te vierkant.

    Mentaal heb ik die morgen de klik gemaakt: “dan ga ik desnoods een gans stuk te voet”, en zo geschiedde ook. Op de stukken waar de Wahoo Bolt een hellingsgraad >15% toonde moest ik noodgedwongen te voet verder. Ik kreeg de trappers gewoonweg niet meer rond in de losse grond met grote stenen.

    Ik heb van de ganse rit uiteindelijk slechts 2 km te voet moeten gaan aan 3 à 4 km/u. De rest kon ik aan met regelmatig een rustpauze.
    Achteraf gezien ben ik wel blij dat ik ‘m gedaan heb. Een gravelcol is toch 1000x mooier dan eender elke andere geasfalteerde col. Alleen al het feit dat je af en toe eens een schrikdraad over moet en oog in oog met een aantal koeien komt te staan, is een zaligheid die je niet kan vastleggen op foto. De ongerepte natuur krijg je er gratis bij! Behalve een koppel wandelaars en soms eens een E-MTB of een eenzame lotgenoot ben je moederziel alleen.

    Techniektraining 9 juli 2022

    Ik had nog 1 rit over: Le col du Coin, de zwaarste van allemaal en dat zag ik echt niet meer zitten. Het zou een herhaling worden van de rit van 8 juli: Le Col de la Chal, maar dan in ’t kwadraat. Ook had ik voor die rit onderweg geen waterpunten gevonden. Ik zou dus mijn camelbak moeten meesleuren, dus weer 2 kg extra en een rugzak is toch ook weeral wat warmer.
    Bijkomend wist ik ondertussen dat het bosjes aan de camping een ideale omgeving was om wat te crossen en als ik dan mag kiezen…

    Ik heb dus eerst 30 km wat los gereden en daarna wat lusjes getrokken in het bos. Er lagen heel wat denappels, takken, stenen, … wat het bochtenwerk een extra uitdaging gaf.
    Een prachtige afsluiter voor een prachtige week.

  • Prep4 Bourg-Saint-Maurice

    Deze zomer wordt het weer puffen en zweten in de Alpen. De voorbereidingen zijn zo goed als rond. De routes zijn uitgestippeld; het reservemateriaal is aangevuld en de camping is geboekt. Nu enkel de conditie nog.

    Mei was, in vergelijking met de vorige jaren, geen succes. Gelukkig had ik in februari en maart al heel wat kilometers in de benen. Andere jaren ervaar ik een winterdip, dit jaar een lentedip.
    Juni is ook héél zwak van start gegaan, maar ik heb nog een week om het goed te maken.

    Voor de week in Bourg-Saint-Maurice heb ik +- 500 km gepland, goed voor meer dan 10 000 hoogtemeters.

    • Le Col de la Chal 70 km 2200 hm – gravelcol (geel)
    • Le Col du Coin 90 km 2800 hm – gravelcol (blauw)
    • Le Petit Saint-Bernard + Colle San Carlo 130 km 3700 hm – Italië even bezoeken (rood)
    • La Côte d’Aime 35 km 500 hm – losjes
    • L’Iseran 100 km 2700 hm (oranje)
    • Tignes 75 km 2500 hm – als ik tot la Grande Motte geraak (paars)

    Le Col de la Chal

    Ik moet nu wel zeggen dat niet alles 100% vast staat, want La Chal staat gekend als ‘gevaarlijk’:

    The road is extreme. It’s gravel and follows the unpaved ski-lift service roads. The surface is rocky with lots of slippery gravel.

    Niets nieuw eigenlijk. Dagelijkse kost 🙃 Klimmen op gravel is het probleem niet. Het is het afdalen die het vaak gevaarlijk en lastig maakt. In deze rit zit maar een zestal kilometer afdaling op gravel, dus dat valt mee. Het Strava segment werd in elk geval al door 200 personen gereden, dus het is zeker doenbaar.

    Na de Col de la Chal neem ik een kleine afdaling van een drietal kilometer en sla linksaf richting le Col des Frettes in de hoop daar een mooi uitzicht te hebben op Les Arcs of Bourg Saint-Maurices. Daarna keer ik terug om na 3 km afdalen aan te komen in Arc 2000. Vanaf dan begint de veilige afdaling op het asfalt. Ik passeer Arc 1950 en in Arc 1600 sla ik eerst nog even linksaf richting Arc 1800 om te kunnen claimen dat ik de 4 Arcs van “Les Arcs” doorkruist heb.

    Alles samen 70 km waarvan 25% gravel. De langste beklimming is 19 km lang waarvan slechts de helft asfalt en dit aan een gemiddelde van 9%. Dak van de rit: 2468 m.

    Le Col du Coin

    Maar Le Coin is zelfs nog iets extremer blijkbaar:

    Stay away if you’re scared of heights. Expect a trail pretty steep. Wet conditions may make for tough driving along the muddy road.

    We gaan’t zien. Beginnen doe ik die rit richting Le Cormet de Roselind. Deze col beklom ik vorig jaar al vanaf de andere kant, maar in de regen. Hopelijk vind ik er dit jaar mooier weer. Langs het Lac de Roselind passeer ik nog le Col du Méraillet en pik ik ook nog even le Col du Pré mee. Die 2 cols zijn eigenlijk het vernoemen hier niet waard. Le col du Pré beklim je normaalgezien van de andere kant, en dat deed ik vorig jaar al vanuit Albertville.

    Een ommetje langs de Passage de la Charmette (2058 m) mag niet ontbreken om aan het échte werk te beginnen: le Col du Coin, een beest waarvan de laatste kilometer met 20% stijgt. Aan de foto op Google Maps te zien, zal het een kilometer te voet gaan zijn vrees ik.
    De rotsachtige afdaling van 7 km die volgt zie ik niet zo zitten. Ik heb alvast extra remblokken mee. Voor een prachtig uitzicht moet je wel wat over hebben natuurlijk.

    Na een lange en vermoeiende dag zal er 90 km op de teller staan waarvan ongeveer 30 km rotsachtige ondergrond en iets meer dan 2800 hoogtemeters. De langste klim is wel volledig geasfalteerd over de ganse 19 km.

    Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is image-2-1024x603.png

    l’Iseran

    Het dak van de week brengt me tot de volledig geasfalteerde l’Iseran. Eens boven ga ik wel proberen nog 3 km door te rijden, al belooft de aanduiding “Parking Ski d’été” niet veel goeds 😉

    Als het lukt, stijg ik boven de 3000 m grens en zal ik 2500 m geklommen hebben over een afstand van 51 km. Lukt het niet, is een klim van iets meer dan 2000 meter over 48 km om op 2770 m hoogte uit te komen ook niet mis 😉 Nooit eerder klom ik hoger (met de fiets).

    Het Strava segment is alvast aan mijn favorieten toegevoegd.

    Tignes

    De eerste 25 km zijn eigenlijk dezelfde als de Iseran. Ook na de klim tot Tignes zou ik 8 km kunnen proberen door te rijden. Ook hier vermoed ik een kleine kans op slagen. Het zal echt afhangen van de ondergrond, want 8 km afdalen aan 20% op rotsen is geen aanrader met een crossfiets.

    In ruil kan ik in het dal tussen Bourg Saint-Maurice en Sainte Foy Tarentaise wel wat onverharde fietspaden meepikken. Echt vergelijken met Pogacars KOM van vorig jaar zal ik dus niet kunnen. De kans dat ik die berg ook op knal aan 24 km/u is echter nihil.

    De kans is wel groot dat ik de laatste 8 km niet doe en deze rit daarmee inkort tot ongeveer 60 km, goed voor 1500 hoogtemeters

    Le Petit Saint-Bernard + Colle San Carlo

    De koninginnenrit brengt me naar Italië, en hopelijk ook terug. Dit is van het niveau Le Col de la Croix de Fer + le Col du Glandon 3 jaar geleden. Toen heb ik ongelooflijk afgezien, dus ik weet waar ik aan begin.

    Le Petit Saint-Bernard beklim ik 2x, éénmaal vanaf de Franse kant en éénmaal vanaf de Italiaanse kant.
    Na de eerste beklimming pak ik er in de afdaling richting Morgex in Italië misschien een extra klimmetje bij: “Chanton vanuit Élevaz“, gevonden via climbfinder.com. Nadien volgt sowieso de Colle San Carlo, ene net zoals de Iseran buiten categorie. Eindigen doe ik met nogmaals de Petit Saint-Bernard vanuit La Thuile.

  • De clusters met elkaar verbinden!

    Mei 2022 was een rustige maand in vergelijking met andere maanden. Het is druk op ’t werk en dan is er wat minder tijd en goesting om veel te fietsen. Gelukkig heb ik in februari en maart wel een hoop meer gefietst dan andere jaren, dus dat compenseert een beetje.

    een rustige maand mei
    Mei 2022 was een rustige maand in vergelijking met andere jaren.

    Het ambetante aan weinig fietsen is dat de knie dan ook sneller overbelast geraakt. In plaats van 4 keer 50 kilometer, doe ik dan in 1 keer 200 km… Hoewel dat initieel niet voor problemen zorgde, stond de knie een week later toch wat gezwollen na een wandeling. Het zal de combinatie geweest zijn.

    Lopen lukt momenteel sowieso nog steeds niet. Veel druk zetten op de knie is pijnlijk. Squats zijn een hel. Fietsen lukt probleemloos, al voel ik ‘m wel sneller vermoeid geraken als er veel vocht in zit. Het blijft toch wat sukkelen, zelfs 2.5 jaar na de VKB reconstructie.
    Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik in de zetel blijf zitten 😋

    Ik heb mijn Long Term Challenge een beetje verder gezet en vooral een hele hoop Statshunters tegels toegevoegd. De laatste weken vooral in het Antwerpse. Ik heb daar al een aardige cluster gevormd en de bedoeling is om die de komende maanden in een vijftal ritten te verbinden met mijn Max Cluster. Mijn zogenaamde “The Eastern Connection”, oftewel “De oostelijke verbinding” van clusters.

    If you cross the connected left, right, top and bottom tile of a tile 
    it is counted as a cluster-tile. 
    The max cluster is based on 
    all the connected cluster-tiles. 
    Source: Statshunters.
    de clusters verbinden
    De nog geplande routes voor 2022 herken je aan de blauwe lijntjes. De lichtrood gekleurde gemeentes heb ik al doorkruist, idem voor de groene tegels.

    Je ziet ook al een gepland rit dat de cluster ter hoogte van Cap Gris Nez verbindt met mijn Max Cluster. Da’s een rit van +-235 km en had ik willen doen op 24 juni. Ik ben alleen een beetje bang dat dit te zwaar zal zijn en niet voldoende zal hersteld zijn om de week nadien de bergen rond Bourg-Saint-Maurice te bedwingen. Het verstand zegt dat ik die rit beter houd tot een ander moment later dit jaar, of misschien zelfs volgend jaar.

  • > 10000 km op een jaar tijd

    Sinds mijn laatste artikel over tegeltjes een jaar geleden, voegde ik 2200 nieuwe tegels toe aan mijn kaart. Mijn max square groeide van 24×24 naar 32×32. Daarvoor reed ik meer dan 10000 km bijeen. Daarvoor heb ik een zee van rode lichten in Lille moeten trotseren, vaak offroad moeten rijden en vooral veel uitstippelwerk gehad. Twee van deze 3 zijn leuk. Van rode lichten moet ik braken. Zeker in Lille. Elke voetganger en fietser negeert daar gewoon de rode lichten. Ik voelde me een wussy 😉

    In 2022 moet ik minstens even goed doen, vind ik. Er staan reeds een aantal ritten klaar en ik zou tegen dezelfde periode volgend jaar graag een max square van 41×41 hebben en daarmee de top 50 van de Statshunters binnensluipen.

    In het noorden zit ik gevangen door de kustlijn. Zoals je ziet heb ik daardoor vooral in het zuiden nog wat werk.
    Ik begin de streek van de kasseien aan te spreken. Zalig! Talloze lange en onbekende stroken die soms goed en soms barslecht berijdbaar zijn. De terrils zijn ook niet meer zo veraf. Dat wordt fun 🙂

  • ziek zijn is niet zo gezond

    Het EK

    Op 13 november ben ik er op het EK volledig doorheen gezakt. Ik was super snel gestart. Terwijl de meesten aan het patineren waren schoot ik vlot uit de startblokken en ging ongeveer als 4de de eerste bocht in. Dat was helaas de laatste stuiptrekking. Ik geraakte geen meter meer vooruit. Het was gewoon op. De benen blokkeerden.
    Was het de te snelle start, was het een verkeerde bandenkeuze?
    ’s Avonds lag ik zo ziek als een hond in de zetel en werd er even aan COVID gedacht. De test was echter negatief.

    Arc-Watripont is altijd al een beetje mijn zwart beest geweest na een afgang in 2018

    Het BK

    een losse manivelle

    In de hoop dat ik na een weekje rust wel zou uitgeziekt zijn, zou ik vol goeie starten moed in het BK in Aalter. Met veel te weinig kilometers in de benen mocht ik sowieso al niet te veel verwachten. De tegenslag kwam echter van een andere kant.
    Tijdens de laatste verkenningsronde ging mijn manivelle er af. Er was te weinig tijd om dat te herstellen en dus ging ik van start met mijn reservefiets. In tegenstelling tot profs die hun materiaal krijgen of amateurs die tienduizenden euro’s per jaar spenderen, is mijn reservefiets ook écht een reservefiets. Quasi dezelfde setup, maar goedkopere, wielen, andere remschijven en minder bereden.

    Vooral dat laatste is een werkpunt. Het zadel stond blijkbaar niet goed vast en halverwege de wedstrijd zakte het 10cm naar beneden tijdens een opsprong. Het voelde wel alsof ik op een oude stalen bommafiets aan het rijden was. Wisselen zat er niet in, dus was het behelpen.
    Uiteindelijk liet ik toch 8 renners achter me.

    Die slechte linkerknie

    Die avond stond mijn linkerknie dubbeldikte. Die blijft me dus parten spelen… Op mijn wekelijkse dinsdagavond looptraining had ik ontzettend veel pijn. Lopen lukte gewoonweg niet.
    Na amper een kwartiertje vooral wandelen hield ik het voor bekeken. De voorbode van erger?

    Eigenlijk is stil zitten voor mijn knie niet goed. Maar te zware inspanningen (typisch voor een cross) werken ook niet bevorderlijk.

    COVID

    En toen sloeg het noodlot toe. Bram kwam van ’t school thuis met COVID op 24 november. Even later bleek ook Tine positief. Ikzelf testte dan samen met Jasper een week later uiteindelijk toch ook positief.

    Achteraf gezien kan ik het best vergelijken met een lange en heel zware verkoudheid. Van een verkoudheid ben ik sowieso altijd heel erg ziek, maar na een aantal dagen uitzieken ben ik meestal weer iets beter.
    Deze keer duurde het toch een aantal dagen langer. Barstende hoofdpijn, zwak, ellendig, … en het strafste van allemaal: een in het begin zeurende en later fel stekende pijn in de linker onderrug. Ik dacht even aan een niersteen. Ik nam in één week nog nooit zoveel paracetamol.

    De heropbouw

    Na 3 weken sukkelen en 3 weken helemaal niks gedaan te hebben, had ik uiteindelijk een conditieverlies van 6 weken goed te maken. Het leek wel alsof vanaf 0 moest herbeginnen.
    De maandag na de verplichte quarantaine ging ik 11 km fietsen. Meer lukte gewoon niet. Ik kwam bekaf thuis en draaide bijna van mijn sus.
    De dag erna probeerde ik 33 km. Dat was afzien, maar het lukte. Tot ik thuis kwam… Ik besloot een warm bad te nemen maar dat bleek geen goed idee. Ik geraakte er amper uit. Ik kon mijn armen niet eens meer opheffen. Zo leeg was ik nog nooit.

    Na een rustdagje kon ik donderdag toch weer 50 km uit de benen sleuren. Zonder echt kapot te zitten was ik toch blij dat ik thuis was.

    Ik besloot zaterdag dan wel de cross in Veurne mee te doen zonder iets te forceren. Rustig starten en tijdens de wedstrijd het gestel wat aftasten.
    Het was afzien en had alle moeite van de wereld om de steile klimmetjes te verwerken. Al mankend (want de knie sputterde) liep ik omhoog, de pijn verbijtend. Het moet een zielig zicht geweest zijn voor het publiek.

    Uiteindelijk mocht ik me toch tevreden stellen met een 14 de plaats op 23 en kon toch een ietwat overwinningsgevoel ervaren in het gevecht voor die positie met 2 anderen.

    Het moraal is goed en nu moeten de knie en de conditie volgen. Door COVID zijn helaas alle resterende wedstrijden voor iedereen afgelast… :'(


  • De stand na 5 crossen in ’21-’22

    Na 7 crossen (van de 8) sta ik 9de in het algemeen klassement, op 6 puntjes van de 5de. Eén keer niet (kunnen) mee doen hakt daar natuurlijk op in. Langs de andere kant is er ook niks mee te verdienen 😅

    In de eerste relatief droge crossen haalde ik in vergelijking met de vorige jaren goeie resultaten. Vorige weekend, in Zottegem, had ik het wat lastiger. Bergop rijden in de modder is nog steeds niet mijn ding blijkbaar. Weeg ik nog 10 kg te veel? Ja dus 😉

    In Aalbeke was’t draaien en keren in de modder en da’s vaak wel mijn ding. Ik heb afgezien gelijk de beesten, maar uiteindelijk een 14de plaats kunnen pakken op 33 deelnemers.

    De wedstrijd “schoon kijken en lachen tijdens de cross” ga ik nooit winnen 🤣

  • Klimtraining 2021 Annecy

    Het weer

    Een week ervoor zag het er qua weersvoorspelling nogal redelijk somber uit: regen, regen en nog eens regen. Naarmate het vertrek naderde stegen de temperaturen en veranderden de wolkjes in zonnetjes. Het bleken de eerste dagen uiteindelijk zomerse temperaturen te zijn. Eigenlijk te warm op te fietsen… ’t is dan da… Ik had het die eerste dagen echt liever 10°C frisser gehad.

    Het tweede deel van de week was toch iets somberder. Donderdag en vrijdag uitgeregend geweest tijdens de rit. Donderdag heb ik nog het risico genomen om geen regenjas mee te doen. In de afdaling had ik geen koud, maar een jasje was toch niet verkeerd geweest met 7°C bovenop het dak van deze week. Vrijdag had ik mijn regenjas wel mee, en gelukkig maar. Vrijdag was toch de koudste dag van allemaal qua gevoelstemperatuur. In de regen afdalen met 8°C is geen pretje.

    De omgeving

    Ik had het moeten weten… Annecy, het paradijs voor parapenters, ballonvaarders, wandelaars en fietsers. Dat het er iets drukker zou worden dan een klein dorpje dat vooral in de winter wordt bezocht, wist ik. Dat het zó druk zou zijn? Neen, dat had ik niet verwacht. Rond het meer heb je op de weg een constante stroom aan auto’s. Ook het fietspad wordt druk bereden door – vooral elektrische – fietsen en skaters. Op bepaalde stukken wordt het fietspad ook nog eens gedeeld met voetgangers. Een relax ritje rond het meer zit er dus eigenlijk niet in. In de bergen is het, behalve op de bekendere cols, wel al iets rustiger. Ik deed een paar ritten waar ik figuurlijk geen kat zag.

    De camping

    Een terrassencamping kan je het niet noemen. De camping volgt gewoon het reliëf van de bergflank waartegen die aangelegd werd. De helft prachtig gelegen tussen de bomen en relatief vlak, de andere helft iets hoger gelegen (met uitzicht op het meer) in de blakende zon. Er zijn ook wel enkele kleine plaatsjes speciaal voor kleine tentjes die biljartvlak zijn.
    Het sanitair was quasi nieuw en werd elke dag gepoetst. Niks op aan te merken.

    Camping l’Horizon is dus zeker een aanrader.

    De ritten

    Het belangrijkste van allemaal natuurlijk, de ritten zelf. Dit jaar reed ik 500 km in 28u en bedwong daarmee 11735 hoogtemeters. Da’s iets rustiger dan in de Alpenweek van 2020 en dat voelde ik ook. De benen waren, in tegenstelling tot vorig jaar, na deze week eigenlijk totaal niet vermoeid.

    Ik hield mijn ritten dit jaar allemaal onder de 6u, wat het lichaam ook al iets minder uitput. Vorig jaar was de rit over de Madeleine een echte uitputtingsslag en dat heb ik dit jaar niet gehad.

    Bijkomend deed ik dit jaar voorafgaand ook meer kilometers en had dus al een bredere en betere basis bij de start.

    Een andere reden kan ook zijn dat ik halverwege de week een échte rustdag heb ingebouwd. Die dag reed ik een korte en relatief vlakke rit (rond het meer). De enige klim was die van het meer richting de camping.
    Die ene dag recovery maakt toch een groot verschil.

    Toch één dipje

    Ik had weliswaar één dipje, de dinsdag. Eigenlijk vooral een mentaal dipje door een hongerklop. Ik had die dag ontbeten zoals elke morgen, maar bleef honger hebben. Tegen beter weten in toch vertrokken met dat hongergevoel. Ik had wel een extra honingwafel meegedaan, maar dat bleek niet genoeg. Na ongeveer 30 km passeerde ik een eetkraampje met allerlei snacks en was verlekkerd op een Panini. Dat zou mijn energiepeil wel weer opkrikken. Helaas kon men er geen bancontact aanvaarden: “pas de reseau”.

    Teleurgesteld moest ik mijn tocht dus noodgedwongen verder zetten op de snelle suikers die ik wel talrijk op voorraad in mijn achterzak zitten had. Maar dan vond mijn lichaam niet zo leuk en sputterde tegen. Ik kon nog net de top van de rit bereiken en ben dan langs dezelfde weg teruggekeerd. Op die manier heb ik een rit van 110 km ingekort tot 76 km.

    De rest van de ritten waren één voor één zalige tochten. Ik deed enkele gravelcols in the middle of nowhere en dat is toch altijd een belevenis. Ver weg van alle drukte en zonder GSM-bereik voel je je even alleen op de wereld.

    Resultaat: Na deze week voelde ik me in topvorm en woog 2 kg minder dan bij vertrek.

    De komende weken zal ik iets meer focus leggen op het loop- en bochtenwerk en dan zijn we klaar voor het crossseizoen! 🙃

    Cijfertjes

    2019 Allemont2020 Brides-les-Bains2021 Annecy
    Tijd21u5625u3028u16
    Afstand313,32 km403,78 km525,05 km
    Hoogtemeters8 987 m12 398 m11 882 m
    2019 vs 2020 vs 2021
    TijdKlimtijdHmavg klimspeed
    De benen eens strekken0u460u12147
    Le col des Contrebandiers2u291u31115211,3 km/u
    Col de Chérel + Col du Plane (gravelcols)5u253u0920419,9 km/u
    Cormet d’Arrêches 4u393u0520479,2 km/u
    Los rondje van het meer1u290u13180
    Le Col des Cyclos, le Col du Pré & le Cormet de Roselend5u313u44273510,2 km/u
    Le col de la Forclaz & le col de Croix Fry4u282u47201211,5 km/u
    Le Crêt de Châtillon3u301u51156811,8 km/u
    klimtraining 2021 in cijfers

  • KlimTraining editie 2021 in de Franse Alpen

    De week van 6 september 2021 is alvast ingepland als verlof met de bedoeling weer een weekje te gaan klimmen in de Franse Alpen.

    In eerdere klimtrainingedities zocht ik meer het hooggebergte, namelijk: Alpe d’Huez en Brides-les-Bains. Waardoor de autorit van thuis toch snel 1 à 2 uur langer was. Dit jaar zoek ik het een piepklein beetje dichter: Annecy, een rit van 830 km.

    Gesteld dat alles kan doorgaan, is het doel te bivakkeren ergens in de buurt van het meer van Annecy, liefst in Talloires. Daar vond ik een camping: “l’Horizon“. Enkel nog reserveren en aftellen…

    Ik heb 6 ritten uitgestippeld, samengevat goed voor 500 km en 11000 hoogtemeters. Ter vergelijking reed ik vorig jaar 400 km met 12400 hoogtemeters. Deze editie lijkt dus iets minder qua gemiddelde stijgingspercentages maar er zitten toch ook enkele pittige klimmetjes in.

    Op ridewithgps.com vind je de 6 ritten, inclusief 2 reserveritten. Daarnaast importeerde ik ze ook eens in Google Maps om onderstaande kaartje te kunnen tonen.

    Desondanks ik momenteel verschrikkelijk afzie van 90 km lange ritten op het zo goed als vlakke Vlaamse landschap, heb ik in september toch 3 ritten die deze afstand overschrijden. Er is dus nog wel wat werk aan de winkel 🙂 Maar tijdens een Alpenklim ga ik in eco-modus en laat ik mijn hartslag zelden in het rood gaan waardoor de inspanning eigenlijk heel goed meevalt. Bovendien moet je ook weten dat in een Alpenrit vaak de laatste helft van de rit gewoon bergaf is.

    In theorie sleur ik ook nog steeds minstens 10kg teveel lichaamsgewicht mee. Een vrachtwagen racet ook geen col over, maar dat wil niet zeggen dat ‘m niet boven geraakt. Ik heb nog een 17-tal weken om aan de conditie te werken.

    Rit 1: Col de Chérel + Col du Plane

    De eerste rit trekt over le Col de Chérel (1498 m) en le col du Plane (1362 m). Vanaf het meer van Annecy is het 1000 m klimmen naar de grillige Col de Chérel met een gemiddeld stijgingspercentage van 6%. Na de afdeling richting de rivier Le Chéran, begint het klimmen naar le col du Plane. Die laatste stijgt gemiddeld 8%.
    Meteen een niet te onderschatten rit. De laatste 20 km is vlak, ideaal om de benen los te rijden.

    Afstand: 90 km
    Hoogtemeters: 2000 m
    Kleur op de kaart: roze
    GPX: https://ridewithgps.com/routes/35182357


    Rit 2: Cormet d’Arréches

    De tweede rit gaat over het dak van deze week. Terwijl de andere ritten tot +1500 m hoogte gaan, doet deze er een vijfhondertal meter bovenop. Deze rit start op 35 km van de camping en klimt 2900 m over een afstand van 108 km. Vanaf de start begint het onmiddellijk te klimmen. 40 km klimmen met een stijgingspercentage van 4,5% tot de top van La Cormet d’Arréches op 2100 m.
    De 2de beklimming naar le Croix de la Cogive is een herhaling van vorig jaar. Een mooi verkeersluwe klim, gevolgd door een idyllische afdaling.
    De laatste 40 km van deze rit zijn in dalende lijn. Ideaal om de benen los te rijden.

    Afstand: 108 km
    Hoogtemeters: 2900 m
    Kleur op de kaart: bordeaux (rechtsonder)
    GPX: https://ridewithgps.com/routes/34910136


    Rit 3: Annecy (of Mont Baron)

    Een rustdag, met een rustig en vlak ritje van 40 km rond het meer. Of, afhankelijk van de benen beklim ik eerst Mont Baron met uitzicht op het meer wat me 20 km meer op de teller bezorgt.

    Afstand: 40 km of 60 km
    Hoogtemeters: 300 m of 1100 m
    Kleur op de kaart: groen, maar grotendeels verborgen door de andere ritten.
    GPX: https://ridewithgps.com/routes/35182485 of https://ridewithgps.com/routes/35224236


    Rit 4: Mont du Chat

    Na een autorit van 33 km naar Cusy, gaat het richting de 13 km lange Mont du Chat. Vanaf de parking zijn de eerste 10 kilometers in dalende lijn. Vervolgens is het nog 10 km vlak naar de voet van de klim. Met een gemiddeld stijgingspercentage van 9% is dit één van de zwaarste van de week.
    In de terugkeer bedwing ik nog de 14 km lange Col du Plainpalais.

    Afstand: 108 km
    Hoogtemeters: 2800 m
    Kleur op de kaart: rood (links onderaan)
    GPX: https://ridewithgps.com/routes/35182458


    Rit 5: Col de la Croix de Fry

    De voorlaatste rit gaat over 3 cols: Col de la Forclaz (1147 m), Col du Marais (843 m), Col de la Croix de Fry (1467 m). Goed voor een 2000-tal meter klimwerk over 85 km.

    Afstand: 85 km
    Hoogtemeters: 2000 m
    Kleur op de kaart: paars
    GPX: https://ridewithgps.com/routes/35182313


    Rit 6: Crêt de Chatillon

    Na een week de benen pijnigen zal ook deze 72 km niet te onderschatten zijn. Vanuit Annecy is het 1200 klimmen naar de legendarische Crêt de Chatillon vanaf het nooden. Deze 17 km lange klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 17 km kronkelt zijn weg naar boven met slechte enkele haarspeldbochten die bijna op één hand te tellen zijn.

    Afstand: 72 km
    Hoogtemeters: 1500 m
    Kleur op de kaart: grijs
    GPX: https://ridewithgps.com/routes/35183661


  • Tegeltjes vullen met de fiets

    Naast de LongTermChallenge heb ik ook een nevenchallenge lopende: “tegeltjes vullen met de fiets”.
    Op statshunters.com hebben ze de kaart verdeeld in vakjes (tiles = tegels) van 1×1 mile. Van zodra je een tegel doorkruist wordt die na een sync met Strava ingekleurd. Het lijkt op IRL Risk zonder tegenstanders 🙃. De bedoeling is om zoveel mogelijk aanéénsluitende tegels te bemachtigen. Als extraatje probeer je een zo groot mogelijke “max square” binnen je max “cluster” te krijgen. Dit is het grootst mogelijke vierkant dat je binnen je tegels krijgt.
    Ik moet zeggen dat dit behoorlijk verslavend is.

    Routes plannen

    Net zoals voor de LongTermChallenge is het uitstippelen van een route soms een uitdaging. Toch is dat bijna even tof als de route dan achteraf te rijden.
    Niet alleen rijd je op wegen die je normaalgezien niet zou rijden. Ik kan me uren bezig houden met het zoeken naar de leukste route op weg naar een onbereden tegel.
    Via ridewithgps.com en de Statshunders Chrome extension kan je af en toe inzoomen via Googles Streetview om in te schatten of dat kleine aardewegeltje nu wel of geen privéweg is.

    RWGPS & OSM layers

    Op ridewithgps.com heb je de keuze uit een aantal lagen op je routeplanner. De OSM (Open Street Map) lagen zijn daarbij de beste. Die bevatten enorm veel fietsknooppunten en kleuren ook MTB-paadjes oranje. Bekende gepijlde routers vind je er ook (de route met de gele driehoekjes). Daarnaast heb je ook hoogtelijnen waardoor je snel klimmetjes kan zoeken.

    Daarnaast heb je ook de gewone OSM layer waar je, mits je voldoende inzoomt, zelfs kan zien waar je onderweg je drinkbus kan bijvullen met water. In Vlaanderen zijn die dun bezaaid, maar in de Alpen vind je die net iets meer. Alleen al het uitstippelen van een route, rekening houdend met de locatie (en de zoektocht ernaar) van waterkraantjes of bronnen is een therapeutische bezigheid.

    Moeilijke tegels

    Sommige tegels zijn wat moeilijker bereikbaar. Zo had ik vorige week een tegel waar enkel doodlopende straten op uitkomen. Ik heb de slechte gewoonte om tijdens een rit te weigeren dezelfde weg 2x af te leggen. Ik rijd liever een écht rondje. Als ik daarvoor een akker moet dwarsen zal ik het niet laten. Doodlopende wegen zijn echter altijd lastig als er een bordje “privé” staat. Dan keer ik wel terug.
    Het lijkt in de GPX dan wel alsof ik verkeerd ben gereden, maar niks is minder waar.

    Het nadeel aan deze dingen is dat eens je wat bezig bent, je verder en verder moet rijden om een tegel te pakken. De eerste ritten kan je tientallen tegels vullen. Ik zit nu op een moment waar ik soms 90 km rijd om ocharme slechts één tegeltje toe te voegen aan mijn palmares.

    Onmogelijke tegels

    Er bestaan ook onmogelijke tegels. In de Noordzee liggen er talloze die ik, tenzij de zee ooit bevriest, nooit zal kunnen aantikken.

    Windy

    Ten slotte kan je ook rekening houden met de wind. Dat doe ik altijd via windy.com. Je ziet er via animaties op de kaart van waar de wind komt en hoe hard die waait en dat volgens 5 verschillende voorspellingsmodellen.

    Onmisbaar als je de ganse rit rugwind wil. Dat lukt zelden, maar soms gebeurt het wel eens dat je ziet dat de wind op een bepaald moment gaat draaien en dan pas ik mijn rit en/of vertrektijd daarop aan.
    Ook qua weersvoorspelling is het leuker dat je een beslissing kan nemen op meerdere weermodellen. ECMWF en AROME is er in de Westhoek het meestal dichtst bij. Soms zie je het KMI een ganse dag regen voorspellen en voorspelt AROME ook wel regen, maar slechts 0,2mm… Daarvoor blijf ik niet thuis hoor 🙂

    Vanaf maandag draait de wind

  • Bevriezen en inkorten

    Tijdens de laatste paasvakantieweek heb ik uiteindelijk, ondanks “bevriezen en inkorten”, 14 nieuwe gemeentes kunnen toevoegen aan mijn LongTermChallenge. Dat zijn er weliswaar 3 minder dan gepland, toch ben ik tevreden.
    De laatste rit op donderdag van initieel 120 km heb ik met 25 km ingekort na een lijdensweg op dinsdag. Die extra 25 km hebben me 3 gemeentes gekost, maar die lopen ook niet weg hé.

    Bevriezen

    Die lijdensweg werd veroorzaakt door het weer. Dinsdagmorgen was het ijskoud. De thermometer was tot -6°C gedaald en een dichte aanvriezende mist maakte het extra koud. Op een gegeven moment hingen mijn armen vol ruige rijp. Zelfs op mijn spaken was er een laagje rijp gevormd. Zelfs mijn water was bevroren…
    Pas na 2u wanneer de zon er wat door kwam en het kwik tot rond het nulpunt klom kwam ik er mentaal ook weer door. Die eerste uren was het dus echt op de tanden bijtend om niet terug te keren. Zonder duidelijk doel had ik mijn kar na 1u al gekeerd, zeker weten.

    De terugkeer ging vooral door Luxemburg en ik moet zeggen: dat is ook wel een verborgen fietsparadijs. Prachtige landelijke wegen door een golvend landschap. Naar mijn mening zelfs mooier dan het zogezegde ‘fietsparadijs’ Limburg.

    Relaxing RAVeL

    Woensdag was relaxdag. De heenweg bolde over een RAVeL waar de stijgingspercentages nooit de pan uit swingen. Gestaag klimmen op bijna kaarsrechte wegen kan al eens saai worden, dus moest ik tussendoor ook al eens kantkrossen om er wat variatie in te houden. En toch zit er eigenlijk wel voldoende variatie in die RAVeLs. Lange bochten, af en toe een prachtige brug of een ruïne, …

    Op de terugweg lagen ook geen noemenswaardige klimmetjes maar om de hartslag in zone 1 te houden ging het tempo soms wel wat naar beneden.

    Inkorten

    Donderdag was ik opnieuw bang te bevriezen. Daarom had ik de rit al 25 km ingekort en had me extra warm aangekleed. Het kwik wees -4°C aan en begon ook weer pas na 2u op de fiets te stijgen. Echter had de mist deze keer plaats geruild voor een klein zonnetje. Hoe klein een zonnestraal ook kan zijn, het kan wonderen doen. Ik had het zowaar te warm! Veel kleren uit doen zat er echter niet in, want de koude noordoostenwind sneed toch nog pijnlijk in de afdalingen.

    Angstig voor de laatste 20 km windop probeerde ik nooit echt diep te gaan. Terecht, zo bleek, doch helaas… na 70 km was het vat af. Enkele ruige wegen, een met stenen bezaaide shortcut en een modderige offroadbeklimming waar mijn gravelbanden niet tegen opgewassen waren, hadden toch wat meer afmattende eigenschappen dan voorzien.