Zondag 2 juni, 5u ’s morgens: de wekker gaat. Eerst douchen en ontbijten om vervolgens de auto in te springen. Een goed gevulde auto met 2 fietsen (koersfiets en mountainbike), een 2-secondstent, een koffer vol koerskleren, gasfles en -pit en veel energybars.
Klein detail: 2 dagen voor het vertrek besloot de shitty Skoda Octavia dienst te weigeren. Verdict: koppeling kapot, dus moest de oude vertrouwde VW Caddy de belangrijke taak op zich nemen mij naar de Alpen te brengen.
Een tussenstop na +- 6u in de Vogezen om eerst le Grand Ballon te bedwingen als opwarmertje brengt me op een prachtige kleine camping in Geishouse (Au Relais du Grand Ballon).
Mijn vader die op doorreis was naar Italië was reeds enkele uren aangekomen en heeft zijn fiets al klaar staan, een elektrische weliswaar.
Mijn fiets wordt snel uit de koffer gehaald en rond 14u beginnen we aan de beklimming. Dat het menselijk lichaam nog steeds efficiënter functioneert dan lithium wordt vandaag bewezen: Gianni vs ElektRik: 1-0 😀
Dag 2 begint vroeg met een ingekorte MTB-rit naar Le Markstein. Ik wil me niet opbranden nog voor ik de Alpen aanschouwde, dus hou ik het heel rustig en geniet gewoon van de prachtige natuur.
Een goeie 3u later zit ik alweer in de auto, op weg naar de echte bestemming van dit tripje: Allemond. De camping municipal is er zo goed als leeg, oef! Want ik vreesde een overrompeling van Nederlanders die net in die wegen l’Alpe d’HuZes wisten te organiseren. Hun doel: 6x l’Alpe d’Huez op rijden in 1 dag.
Dinsdag 4 juni: uitslapen om goed uitgerust l’Alpe d’Huez te bedwingen (1x). Ik had mezelf het doel van 1u30 gesteld tot “Le Vieil Alpe”. Het voordeel van mijn Wahoo is dat ik perfect kan inschatten hoe ver ik nog moet, hoe zwaar de komende kilometers worden, maar bovenal wat de geschatte eindtijd wordt aan het huidige tempo. Records moesten niet verpulverd worden, dus rij ik heel gedoseerd omhoog.
20 jaar eerder deed ik deze klim naar het 1840m hoge skidorp ook al enkele keer en ik heb de indruk dat ik toen meer afzag hoewel ik toen 30 kg lichter was. Deelnemers aan l’Alpe d’HuZes snel ik voorbij, maar niet zonder respect. Mijn hoogste bewondering ging naar een deelnemer met slechts één arm!
Eens boven l’Alpe d’Huez verlaat ik de mensenmassa en rijd eenzaam door naar de top van Le Col de Sarenne op 1999m.
Terugkeren doe ik via de prachtige afdaling van deze bijna onbekende klim. Hier komt het besef: “Damn, velgremmen zijn lastig”.
4u en een prachtige rit later knort de maag en werk ik een paar borden spaghetti naar binnen. Oja, misschien ook nog even de score vermelden: Gianni vs ElektRik: 2-0 😀
Woensdag 5 juni was voorspeld als een hete dag, ideaal voor een stuntje: De top van le Pic du Lac Blanc op 3323m hoogte bereiken met de MTB. Met stijgingspercentages van net geen 50% in de beklimming van “Le Signal” weet ik na 15km al hoe laat het is: dit wordt een lastige. Het duurt echter tot de – zonder al teveel inspiratie genoemde – “2100” dat ik mijn doel bijstel en uiteindelijk niet hoger geraak dan een slordige 2180m. Niet dat mijn benen kraken, nee. Boosdoener is de sneeuw. De eerste paar stroken zijn zalig. Na een paar kilometer sneeuw, smeltwater in je schoenen, bevroren remmen en talloze tuimelpertes besluit ik terug te keren via l’Alpette, Mont Frais en Vaujany. Een lijdensweg zou ik het zeker niet noemen, maar de sneeuw, stijle hellingen en scherpe stenen maken het me zeker niet makkelijk. De begroeting van een troep Franse soldaten, enkele vechtende Marmotten, de afdaling van de skipistes en enkele prachtige watervallen compenseren de ervaring van een rampscenario: een klapband in een technische afdaling in combinatie met een kapotte CO2-pomp. Na veel gepruts krijg ik de fragiele pin een half uur later toch door het CO2-patroon geboord. OEF!
De aftermovie: https://photos.app.goo.gl/cWkXfFcSTj1YXTKH7
Donderdag begint als een grijze dag. Letterlijk én figuurlijk. Letterlijk omwille van de mist, figuurlijk omdat de Galibier nog steeds gesloten is… 🙁
Een defecte waterleiding moet eerst hersteld worden vooraleer er geruimd wordt. De voorziene 190km lange koninginnerit moet noodgedwongen worden aangepast en ingekort. Le col de la Croix de Fer beklim ik volledig in de mist met fluohesje en ledlampjes. Het prachtige uitzicht is me niet gegund. Le Glandon (die eigenlijk – op een tiental meter na – een deel van de Croix de Fer is) passeerde ik bijna zonder dat ik het wist. Na de verplichte foto bij het ijzeren kruis en de ijskoude afdaling begin ik aan le Col du Mollard waar ik me even in de vorige eeuw waan. Een saaie rit door het dal van Saint-Jean-de-Maurienne brengt me naar de voet van de Noordelijke beklimming van Le Glandon.
Even nog wat water bijtanken, de laatste energierepen verorberen en ik kan beginnen aan de laatste klim van de dag waarvan ik me de laatste 3 kilometer echt al zigzaggend omhoog weet te sleuren. De laatste energygels hebben amper nog effect en volledig leeg bereik ik de top van de Glandon na een 3800-tal meter klimwerk.
In de afdaling bereiken de suikers uit de laatst binnengespeelde gels toch nog mijn spieren en bereik ik uiteindelijk hyper de camping – rolling eyes -.
In een opwelling van zottisme veroorzaakt door die sugarrush had ik er bijna nog een col extra doorgedraaid, maar het verstand overwon.
Ik ken mijn grens en die lag vandaag boven op de Glandon.
Vrijdag 7 juni: Tijd voor rust, échte rust. Hoewel ik 5 nachten als een roosje had geslapen, besluit ik om de laatst geplande Col du Sabot niet te bedwingen en een paar uur vroeger dan voorzien huiswaarts te keren.
Met 9000 meter klimwerk in de benen sluit ik een klimweek af met een goed gevoel. Dit is voor herhaling vatbaar.