Aangezien ook Mater geen vlak parcours is, en ik zowel in Kluisbergen als in Wortegem mijn verzet niet vlot rond kreeg… heb ik een paar tandjes bijgestoken: letterlijk én figuurlijk.
- Letterlijk: 6 tanden erbij achteraan maakt een totaal van 36! En dat met 34 vooraan maakt dan bijna MTB-style 🙂
- Figuurlijk: Woensdag een extra training ingelast van 150km.
Maar heeft dit alles vruchten afgeworpen? Eigenlijk wel.
Ik ben in Mater dieper kunnen gaan dan de voorbije wedstrijden (dus bijtrainen helpt :)) en ik heb het weer verschrikkelijk lastig gehad op dat ene stukje berg- én windop waar power nodig was (dus kon ik mijn 36 gebruiken).
Ik vind het eigenlijk ongelooflijk dat ik daar amper vooruitgeraak terwijl de rest daar ogenschijnlijk geen problemen heeft. Ik steek het voorlopig op het ontbreken van een goede basis. Als die volgend jaar beter is, moet ik toch wel eens kunnen meedoen voor een top 10 plaats. Want voor de rest lag dit parcours me wel: veel vettige bochten waar ik me in kan gooien. Terwijl iedereen me in ’t bergop voorbijsteekt, kom ik in die bochten telkens weer dichter en kan daar zelfs vaak probleemloos weer inhalen (tot ik weer afhaak door gebrek aan power).
Ik miste in Mater wel een helper en een tweede fiets. Mijn derailleurwieltjes bleken op het einde van de wedstrijd zo goed als geblokkeerd door het gras.