Deze zomer wordt het weer puffen en zweten in de Alpen. De voorbereidingen zijn zo goed als rond. De routes zijn uitgestippeld; het reservemateriaal is aangevuld en de camping is geboekt. Nu enkel de conditie nog.
Mei was, in vergelijking met de vorige jaren, geen succes. Gelukkig had ik in februari en maart al heel wat kilometers in de benen. Andere jaren ervaar ik een winterdip, dit jaar een lentedip.
Juni is ook héél zwak van start gegaan, maar ik heb nog een week om het goed te maken.
Voor de week in Bourg-Saint-Maurice heb ik +- 500 km gepland, goed voor meer dan 10 000 hoogtemeters.
- Le Col de la Chal 70 km 2200 hm – gravelcol (geel)
- Le Col du Coin 90 km 2800 hm – gravelcol (blauw)
- Le Petit Saint-Bernard + Colle San Carlo 130 km 3700 hm – Italië even bezoeken (rood)
- La Côte d’Aime 35 km 500 hm – losjes
- L’Iseran 100 km 2700 hm (oranje)
- Tignes 75 km 2500 hm – als ik tot la Grande Motte geraak (paars)
Le Col de la Chal
Ik moet nu wel zeggen dat niet alles 100% vast staat, want La Chal staat gekend als ‘gevaarlijk’:
The road is extreme. It’s gravel and follows the unpaved ski-lift service roads. The surface is rocky with lots of slippery gravel.
Niets nieuw eigenlijk. Dagelijkse kost Klimmen op gravel is het probleem niet. Het is het afdalen die het vaak gevaarlijk en lastig maakt. In deze rit zit maar een zestal kilometer afdaling op gravel, dus dat valt mee. Het Strava segment werd in elk geval al door 200 personen gereden, dus het is zeker doenbaar.
Na de Col de la Chal neem ik een kleine afdaling van een drietal kilometer en sla linksaf richting le Col des Frettes in de hoop daar een mooi uitzicht te hebben op Les Arcs of Bourg Saint-Maurices. Daarna keer ik terug om na 3 km afdalen aan te komen in Arc 2000. Vanaf dan begint de veilige afdaling op het asfalt. Ik passeer Arc 1950 en in Arc 1600 sla ik eerst nog even linksaf richting Arc 1800 om te kunnen claimen dat ik de 4 Arcs van “Les Arcs” doorkruist heb.
Alles samen 70 km waarvan 25% gravel. De langste beklimming is 19 km lang waarvan slechts de helft asfalt en dit aan een gemiddelde van 9%. Dak van de rit: 2468 m.
Le Col du Coin
Maar Le Coin is zelfs nog iets extremer blijkbaar:
Stay away if you’re scared of heights. Expect a trail pretty steep. Wet conditions may make for tough driving along the muddy road.
We gaan’t zien. Beginnen doe ik die rit richting Le Cormet de Roselind. Deze col beklom ik vorig jaar al vanaf de andere kant, maar in de regen. Hopelijk vind ik er dit jaar mooier weer. Langs het Lac de Roselind passeer ik nog le Col du Méraillet en pik ik ook nog even le Col du Pré mee. Die 2 cols zijn eigenlijk het vernoemen hier niet waard. Le col du Pré beklim je normaalgezien van de andere kant, en dat deed ik vorig jaar al vanuit Albertville.
Een ommetje langs de Passage de la Charmette (2058 m) mag niet ontbreken om aan het échte werk te beginnen: le Col du Coin, een beest waarvan de laatste kilometer met 20% stijgt. Aan de foto op Google Maps te zien, zal het een kilometer te voet gaan zijn vrees ik.
De rotsachtige afdaling van 7 km die volgt zie ik niet zo zitten. Ik heb alvast extra remblokken mee. Voor een prachtig uitzicht moet je wel wat over hebben natuurlijk.
Na een lange en vermoeiende dag zal er 90 km op de teller staan waarvan ongeveer 30 km rotsachtige ondergrond en iets meer dan 2800 hoogtemeters. De langste klim is wel volledig geasfalteerd over de ganse 19 km.
l’Iseran
Het dak van de week brengt me tot de volledig geasfalteerde l’Iseran. Eens boven ga ik wel proberen nog 3 km door te rijden, al belooft de aanduiding “Parking Ski d’été” niet veel goeds 😉
Als het lukt, stijg ik boven de 3000 m grens en zal ik 2500 m geklommen hebben over een afstand van 51 km. Lukt het niet, is een klim van iets meer dan 2000 meter over 48 km om op 2770 m hoogte uit te komen ook niet mis 😉 Nooit eerder klom ik hoger (met de fiets).
Het Strava segment is alvast aan mijn favorieten toegevoegd.
Tignes
De eerste 25 km zijn eigenlijk dezelfde als de Iseran. Ook na de klim tot Tignes zou ik 8 km kunnen proberen door te rijden. Ook hier vermoed ik een kleine kans op slagen. Het zal echt afhangen van de ondergrond, want 8 km afdalen aan 20% op rotsen is geen aanrader met een crossfiets.
In ruil kan ik in het dal tussen Bourg Saint-Maurice en Sainte Foy Tarentaise wel wat onverharde fietspaden meepikken. Echt vergelijken met Pogacars KOM van vorig jaar zal ik dus niet kunnen. De kans dat ik die berg ook op knal aan 24 km/u is echter nihil.
De kans is wel groot dat ik de laatste 8 km niet doe en deze rit daarmee inkort tot ongeveer 60 km, goed voor 1500 hoogtemeters
Le Petit Saint-Bernard + Colle San Carlo
De koninginnenrit brengt me naar Italië, en hopelijk ook terug. Dit is van het niveau Le Col de la Croix de Fer + le Col du Glandon 3 jaar geleden. Toen heb ik ongelooflijk afgezien, dus ik weet waar ik aan begin.
Le Petit Saint-Bernard beklim ik 2x, éénmaal vanaf de Franse kant en éénmaal vanaf de Italiaanse kant.
Na de eerste beklimming pak ik er in de afdaling richting Morgex in Italië misschien een extra klimmetje bij: “Chanton vanuit Élevaz“, gevonden via climbfinder.com. Nadien volgt sowieso de Colle San Carlo, ene net zoals de Iseran buiten categorie. Eindigen doe ik met nogmaals de Petit Saint-Bernard vanuit La Thuile.
Een reactie achterlaten